De eerste landbouw in Zuid Amerika vond 8000 jaar eerder plaats dan voorheen werd gedacht.
Tussen 18.000 en 15.000 jaar geleden trokken mensen uit Siberië Alaska Amerika binnen. Tussen 13.000 en 11.000 jaar werd het Amazonegebied bereikt. Men leefde lange tijd van jacht en verzamelen van plantaardig materiaal. Tot recent werd aangenomen dat landbouw ongeveer 2000 jaar geleden zijn intrede deed. Dit blijkt al 8000 jaar eerder het geval te zijn, dud ca. 10.000 jaar geleden.
De eerste landbouw in Noord- en Zuid=Amerika vond plaats in het Amazonegebied. Geteeld werden maniok, zoete aardappelen, wilde rijst, chilipepers, bonen, pompoenen en pinda’s. Onderzoekers uit Europa, Noord- en Zuid-Amerika (Universiteiten Bern, Exeter, Barcelona en Pennsylvania) zijn zo’10 jaar geleden gestart met onderzoek naar de oude vormen van landbouw. Toen de Spanjaarden het gebied veroverden is vooral door ziekten die ze meenamen uit Europa de hele landbouwcultuur verdwenen. Men nam aanvankelijk aan dat de landbouw zo’n 2000 jaar geleden gestart was. Uit het recente onderzoek blijkt dat dit ca. 10.000 jaar geleden was.
Onder meer In Bolivia vond de landbouw in natte gebieden plaats. In de natte tijd woonde men op hoger gelegen “boseilanden”. Er zijn duizenden van deze boseilanden gevonden. De bovengrond werd aangevuld met afval. Na verloop van tijd ontstond er een dikke vruchtbare laag van 1 tot 2 meter dik. Uit stuifmeelonderzoek blijkt dat naast teelt op de vruchtbare akkers ook, wat wij nu noemen, een soort voedselbos werd onderhouden. De vruchtbare donkergekleurde akkers, Terras petras, komen over het hele Amazonegebied voor.
De oudste maniokresten die men vond waren 10.350 jaar oud. Pompoen 10.250 en mais 6850 jaar
De Terra preta bodem
De Terra preta bodem is sterk door de mens beïnvloed. Ze heten daarom Anthrosolen. Anthro betekend mens. Onze enkeerdgronden horen tot dezelfde groep.
De Terra pretabodems zijn gevormd door de indiaanse bevolking die voor Columbus in het Amazonegebied kwam. Hoe daar destijds landbouw werd gedreven is nu nergens meer re zien.
Wel is bekend waarmee de bodems zijn opgebouwd. Dat zijn etensresten en ander afval van de maaltijdbereiding, fecaliën van mens en dier, botten, visgraat en houtskool uit smeulend vuur. Dit materiaal werd in de buurt van de nederzetting gedeponeerd of gecomposteerd en ondergewerkt.
De Terra petrabodems komen voor in de wat minder dicht beboste Amazone en steeds langs waterwegen. De gemiddelde grootte van een Terra petragebied is ca 20 ha., maar kan ook veel groter zijn tot 400 ha. Er zijn ook kleinere langwerpige gebieden. Ook in Ecuador, Peru, Frans Guana en Zuid Afrika komt Terra petra voor.
Het organische stofgehalte van de bodem kan tot 14% bedragen. Het organische stofgehalte is het hoogst dicht bij de nederzetting. Er is een onderscheid tussen akkers die speciaal werden bemest en akkers die meer als een bijproduct organisch materiaal kregen. Het proces bestond uit:
-aanvoer van houtskool
-vorming van humus
-groei van micro-organismen en bodemdieren
Houtskool is ontstaan uit natuurlijk organisch materiaal dat gedehydrateerd is en een zuurstof/ koolstofverhouding heeft van minder dan 60. De chemische structuur omvat polycyclische aromatische koolwatrstoffen.