Licht en humus

Des te meer licht des te donkerder de humus in de grond



In de bodem is het altijd donker. Door op een glasplaatje wat grond te strooien, zie je al gauw dat grond weinig licht doorlaat, Al op vrij geringe diepte is het volledig duister in de grond, Licht komt in de grond doordat de plant het opvangt, vastlegt en doorgeeft aan de grond bij het afsterven van de plant. Wanneer je op deze wijze over licht spreekt, kun je de werking van licht op de grond nagaan.
Grond waar nooit licht in is gekomen, is vrij licht gekleurd of zelfs wit, bijvoorbeeld zand dat op het strand ligt. Dit heeft het licht eigenlijk nog niet echt gezien. Wanneer op een grond nu planten groeien wordt deze bruin. Licht geeft de grond een warmbruine kleur die herinnert aan de zonnewarmte. Het meest valt dit op wanneer de grond ook nog wat ijzer bevat zoals, bij onze rivierkleigronden. Een geploegde akker in de winter kan hier vooral bij ondergaande zon dan een diep warmbruine kleur krijgen.
De bruine kleur in de grond komt van de plantenresten die door het bodemleven zijn verteerd. Bij een bruine kleur is er vaak ook veel leven in de grond. Komt er veel licht in de grond, dan wordt deze donkerder en tenslotte zwart. Het is net andersom dan we boven de grond gewend zijn. Dit verschijnsel zien we het meest uitgesproken bij de zwarte veengronden; maar ook op veel andere plaatsen, zoals onder de heide waar je pikzwarte gronden aan kunt treffen. Veel leven is er in zo'n grond niet meer aanwezig. Door de overvloed aan licht zijn deze gronden doodgegaan.

Lichtgekleurde gronden hebben het licht nog niet op kunnen nemen. Zwarte gronden hadden tegen het teveel aan licht geen weerstand. Door licht kan er leven in de grond zijn, maar de grond moet er wel mee om kunnen gaan. 

Share by: